vrijdag 18 mei 2018

Gefopt !




Een eiland hebben vlakbij Amsterdam. Wie wil dat niet. Ik heb er in ieder geval eentje. Of althans een stukje van. Een zalig oord van rust en bezinning. Het enige nadeel is dat je bij Noorderwind , toch altijd die A2 hoort zoemen en als je pech hebt, ook nog eens de A9. Maar er is sinds éen jaar een nieuw fenomeen aan de horizon verschenen; De T-kruising die de Winkeldijk verbindt met de paralelweg langs de A2. Het is tevens een beruchte sluiproute voor als de 5-banige A2 weer eens dichtslibt. De bestuurders van de, over het algemeen peperdure auto’s, rijden met hoge snelheid richting hun mega villa’s, ergens aan de Vinkeveense plassen. De gemeente Ronde Venen heeft om de snelheid te beperken een aantal drempels laten aanleggen, maar het lijkt erop dat die alleen maar de feestvreugde van het hardrijden verhogen. Ik meen af en toe een welgemeende ‘Yihaaa’te horen als er weer eens een auto overheen vliegt. Sinds kort hangt er ook een bord, voor de auto’s die vanaf Amsterdam richting Vinkeveen rijden. Een bord waarop staat dat rechts voorrang heeft. Geen haaientanden of andere waarschuwingen, gewoon een heel saai bord. De voorrangssituatie wordt massaal genegeerd. Als ik in een bijna ‘zen’ toestand van mijn eilandje kom aanrijden schiet ik gelijk in de stress module bij het naderen van de T-splitsing. Ik heb de volgende verdeling gemaakt; ¼ rijdt zo verschrikkelijk hard dat ze uberhaubt niet kijken wat er zich op de weg afspeelt. Zij zullen nooit stoppen en als ze dat toch doen belanden ze waarschijnlijk in de vangrail van de A2. Categorie 2 komt iets minder hard aanrijden en zal wanneer ik mijn recht op voorrang neem met grote kracht op de remmen moeten staan. Het derde kwart zijn de twijfelaars, die nauwkeurig bestuderen of jij ook twijfelt om vervolgens toch voorrang te nemen. En dan heb je de laatste categorie die gewoon stopt om je voorrang te geven. De grootste problemen heb ik met categorie 2. Als ik mijn voorrang neem ontstaat er een levensgevaarlijke verkeerssituatie. Ik heb het een paar keer gedaan. De verontwaardiging is groot. Als ik naar het voorrangsbord wijs krijg ik middelvingers en scheldkanonnades toegeworpen. Met andere woorden; De rust die ik op mijn zeneiland heb opgebouwd is binnen 5 minuten verdwenen. Toen ik gisteren naar huis reed hoorde ik overal sirenes loeien. Er had kennelijk een ongeluk plaatsgevonden op de A2. Ik naderde de T-splitsing terwijl mijn hart sneller begon te kloppen. Van links kwam een politieauto uit categorie twee aanrijden. Als ik iemand wil aanpakken op zijn rijgedrag dan zijn het de mannen met petten wel. Ik stuurde de auto ongeveer een meter de weg op maar de bestuurder van de politieauto gaf geen krimp en reed zonder zwaailichten of sirene door. Ik maakte een verontwaardigd gebaar ( Nee geen middelvinger).Toen ik vanaf de oprit bij Abcoude de A2 op wilde draaien werd ik agressief klemgereden door dezelfde politiemannen. Beiden stapten ze uit. Het waren twee puistenkoppen met petten. “De reden dat wij u aanhouden is dat u een biertje op uw dashboard heeft staan.’ Ik pakte het blikje Heineken bier en hield het voor zijn neus. ‘Kijk ‘zei ik . ‘Nul komma nul. Het is alcoholvrij bier. De andere agent kwam er met zo’n blaas apparaat naast staan. Je zag aan de uitdrukkingen op hun gezicht dat ze met een verloren strijd bezig waren. Aan mij was het om beleefd maar vooral rechtvaardig te blijven. ‘U moet toch blazen’ zei één van de puistenkoppen met de wanhoop in zijn stem en ogen. Aan de motoriek en gelaatsuitdrukkingen kon je zien dat ze hoopten dat ik alcohol in mijn bloed had. Euforisch blies ik mijn adem in het apparaat. Het laatste sprankje hoop verdween. ‘Het is goed zo. U kunt verder rijden.’ antwoordde de agent neerslachtig. ‘Nee , het is niet goed zo. ’pareerde ik . ‘Waarom gaf u mij geen voorrang bij de Winkeldijk?’ Even leek het er op alsof ik geknars in hun hersenen hoorde. Met een onzeker stemmetje, politie onwaardig, piepte één van de agenten; ‘We hadden een melding.’ Zijn collega keek hem trots aan. Zo snel had hij zijn vriend nog nooit horen liegen

vrijdag 11 mei 2018

Een verwend Meiske


Mij viel de eer te beurt om afgelopen zaterdag op de verjaardag van musicalster Simone Kleinsma te mogen spelen. Ik had eerlijk gezegd geen flauw idee waarom de keuze op mij was gevallen, maar misschien wist ze ook wel helemaal niet wie ik was en moest het op een verrassing uitdraaien. Voor mij was het in ieder geval een verrassing: Ik wist helemaal niet voor wie ik moest spelen totdat ik oog in oog stond met mijn jarige leeftijdgenote. Ja, we hebben elkaar ooit ontmoet toen we voor Kika in Carré moesten optreden, maar van herkenning van haar kant was natuurlijk geen sprake. Van de bekende Nederlanders is Simone waarschijnlijk de minst erge want even later passeerden iedereen waar ik zenuwtrekjes van krijg de revue : Paul de Leeuw, Marc Marie Huybrechts, André van Duin ( daar kan ik wel echt om lachen) en verder een peloton nichten, die ik vaag ken en die zich tegenwoordig alleen nog maar manifesteren via praatzieke babbelshows. En last but not least..het immer sympathieke echtpaar Joop en Janine van den Ende. Het moest allemaal op een elektrische rondvaartboot gebeuren van rederij Smidje. Gezellig, intiem met 25 personen op een kleine schuit. Even later schallen mijn waanzinnige teksten door de rondvaartboot. Ik trek gelijk de aandacht van André van Duin. In tegenstelling tot Paul de Leeuw en consorten, is hij eigenlijk de enige die wel kan zingen. Het lot besloot echter dat de mensen om hem moesten lachen waardoor zijn serieuze zang carriere nooit echt van de grond is gekomen. “Waarom zijn dit geen hits geworden?’ vraagt hij mij meerdere malen. ‘Ik weet het niet André, ik weet het echt niet.’ antwoord ik terwijl ik onverschrokken door ga. Even later stapt collega muzikant Rodolfo Ravissant op de boot. Dat is dan wat je noemt afgesproken werk. Hij rammelt er gelijk met zijn Accordeon een paar Amsterdamse klassiekers uit en test de muzikale paraatheid van die genen die denken dat ze kunnen zingen. Dat doet hij door onverwachts te moduleren in de bekende refreinen zoals ‘Aan de Amsterdamse Grachten’ . Alle non-zangers en kleinkunst artiesten vallen massaal door de mand en kraaien valse noten.Wat heb je nou aan zo’n opleiding als je niet kunt improviseren? Even later gooi ik heel mijn ziel er uit met een nieuw lied wat gaat over het trouw blijven aan een vrouw die altijd dronken is. Ik heb gelijk de hele nichten scene achter mij staan en menig traantje vloeit. Opeens zie ik uit mijn linker ooghoek dat Janine van den Ende op de accordeonist afstapt en als een slang in zijn oor sist. Resoluut schudt Rodolfo zijn hoofd. ‘ Of we iets van André Hazes kunnen spelen.’ Nee dus. Omdat zij haar zin niet krijgt loopt zij vervolgens naar de ceremoniemeester en fluistert nu wat in zijn oor. “o Jee.’ denk ik ‘Nu gaan we het krijgen.’ ‘Of we ook iets vrolijks kunnen spelen.’ ‘Natuurlijk’ zeg ik terwijl ik het applaus incasseer van het zojuist gespeelde nummer. ‘Jezus, wat zijn die twee goed zeg.’ roept er iemand. Ik zet het uptempo liedje ‘Haaien’ in. ‘Zo zo blij, samen in de averij, wachten op de reddingsploeg of op de haaien voor de boeg.’ Een dramatische tekst, maar Janine van den Ende staat weer te huppelen alsof het haar feestje is. Ze luistert dus niet eens. Wat een verwend en naar meiske is dat eigenlijk.